Water- of landbodem bij verlandde sloot

Vraag

De gemeente heeft grond gebracht in een reeds tientallen jaren verlandde sloot, die in de praktijk ook niet meer als sloot herkenbaar was. Die voormalige sloot maakt deel uit van een groter perceel dat met grond is opgehoogd. De gemeente is bevoegd gezag voor het 'grond op landbodem brengen'. De sloot blijkt echter als een zgn. C-watergang op de leggerkaart van het waterschap te staan. Hoewel de praktijk dus anders doet vermoeden anders, stelt het waterschap nu dat er geen grond op landbodem, maar waterbodem is gebracht. In het laatste geval zou het waterschap bevoegd gezag zijn. Wie is hier nu bevoegd gezag?

Antwoord

De legger van het waterschap heeft juridische betekenis. Uit de legger van het waterschap vloeien in ieder geval onderhoudsplichten voort. Bovendien wordt de legger ook als bewijsmiddel gebruikt om te bepalen wat de afmetingen van watergangen zijn of zouden moeten zijn.

Het hangt van de situatie af wat in dit geval als zorgvuldig optreden van het waterschap moet worden beschouwd. In dit geval lijkt het er wel op dat het waterschap geen serieus werk heeft gemaakt van de C-watergang. Weliswaar is er een legger, maar de feitelijke situatie is dusdanig geworden dat nauwelijks nog van een sloot kon worden gesproken. Strikt juridisch heeft het waterschap goede argumenten, maar of het in lijn is met redelijkheid en billijkheid is in dit geval discutabel. Het waterschap mag zich enerzijds beroepen op de legger om de onderhoudsplichtige (in dit geval de gemeente) te dwingen de watergang in oude staat te herstellen. Anderzijds moet het waterschap zich ook rekenschap geven van de verhouding tussen de met het herstel van de watergang te dienen belangen en de lasten voor de gemeente.

Zie de pagina leggers in het Handboek Water.