Aanleg of wijziging waterstaatswerk
Zoeken in de index
Vraag
Wanneer moet een projectplan worden gemaakt en wanneer is een vergunning nodig? Bijvoorbeeld voor het aanleggen van een jachthaven. Een derde (dus niet de waterbeheerder) moet hierbij gebruik maken van een waterstaatswerk. Voor realisatie is het nodig dat een dijk moet worden verlegd/gewijzigd.
Antwoord
Indien gebruik door een particulier of andere overheid een aanleg of wijziging van een waterstaatwerk met zich brengt (dempen en verleggen sloot; verleggen kering voor bouw hotel, aanleg jachthaven e.d.), dan kan dat op basis van een watervergunning van de waterbeheerder. Bedacht moet immers worden dat hier de aanleg/wijziging niet het hoofddoel is (hoofddoel is realiseren van de jachthaven en daarvoor moet een kering worden verlegd), maar een afgeleide van het gebruik maken van een waterstaatswerk.
Op de website van de Helpdesk water is hierover een aparte Factsheet Projectplan of watervergunning (pdf, 123 kB) (augustus 2012) te vinden
Zie in het digitale Handboek Water de pagina's:
Vraag
Is er al een AMvB in voorbereiding, ter uitvoering van artikel 5.19 Waterwet, die aangeeft in welke gevallen de kwaliteit van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam een belemmering vormt voor het realiseren van de gewenste gebiedskwaliteit of, in welke gevallen een ingreep in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam zonder meer is vereist?
Antwoord
Nee, er is geen AMvB op grond van artikel 5.19 Waterwet in voorbereiding en dat zal naar verwachting ook niet meer gebeuren. Zoals in de MvT bij de Invoeringswet Waterwet is aangegeven (kamerstukken II 2008-2009, 31858, nr. 3, artikel 5.14e) zou het toetsingskader voor waterbodems primair in de vorm van een gezamenlijke beleidsregel worden vastgesteld. Dat is gebeurd met de vaststelling van de Handreiking beoordelen waterbodems. Deze Handreiking is te raadplegen via de website van de Helpdesk Water.
Zie in het digitale Handboek Water de pagina Verontreiniging bodem en oever
Vraag
Rijkswaterstaat (RWS) gaat een kanaal verbreden. Als gevolg hiervan zal er tijdelijk water infiltreren in de bodem. Dit zou kunnen leiden tot waterkwaliteits- en kwantiteitsprobleem in een watersysteem van het waterschap. Waterkwantiteit: een beek kan de hoeveelheid kwelwater niet verwerken. Waterkwaliteit: het uittredende kwelwater is van slechtere kwaliteit dan het huidige kwelwater. Welke juridische mogelijkheden zijn van toepassing?
Antwoord
Het verbreden van een kanaal is een wijziging van een waterstaatswerk. Op grond van artikel 5.4 Waterwet zal Rijkswaterstaat daarvoor een projectplan moeten opstellen. In het projectplan wordt aandacht besteed aan de te treffen voorzieningen om de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk ongedaan te maken of te beperken. Binnen dat kader kan worden overlegd met RWS over de te treffen maatregelen om de negatieve effecten van de infiltratie te voorkomen of te beperken. Zo nodig kan een zienswijze worden ingediend op het ontwerp van het projectplan; projectplannen worden immers meestal met toepassing van afdeling 3.4 Awb (uniforme openbare voorbereidingsprocedure) voorbereid.
RWS heeft geen vergunning van het waterschap nodig voor de "infiltratie", omdat er geen sprake is van infiltratie in de zin van de Waterwet. Het waterschap heeft dus geen middelen om juridisch bindende verplichtingen op te leggen aan RWS. Het komt hier aan op goede samenwerking.
Zie in het Handboek Water de pagina Aanleg en wijziging van waterstaatswerken.
Vraag
Het waterschap wil de waterbodem ongeveer 0.20 meter dieper maken dan staat aangeven in de legger. Is dat een wijziging van waterstaatswerk waarvoor een projectplan nodig is (art. 5.4 Waterwet)? Of valt dit onder periodiek baggerwerk, met daarna een aanpassing van de legger?
Antwoord
Dit valt onder periodiek baggerwerk, waarvoor de legger niet hoeft te worden aangepast.
Voor onderhoud is geen projectplan nodig. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Waterwet staat (Kamerstukken II 2006-2007, 30818, nr 3, p. 103):
"Deze verplichting betreft dus uitsluitend dié voorgenomen werken of werkzaamheden in of bij een waterstaatswerk die tot gevolg hebben dat wijziging wordt gebracht in de normatieve toestand (richting, vorm, afmeting of constructie) van dat waterstaatwerk, zoals die is vastgelegd in de legger. Dit betekent dat voor onderhoud en voor herstelwerkzaamheden geen projectplan behoeft te worden opgesteld."
Uit deze tekst blijkt dat iedere wijzing van de legger gepaard moet gaan met een projectplan. Het projectplan beschrijft de wijziging van het waterstaatswerk. Als het waterschap een watergang op de legger wil verdiepen met 0,20 m, dan moet er ook een projectplan voor die wijziging van het waterstaatswerk worden gemaakt. Maar het is normaal om bij onderhoudsbaggerwerk een kleine overdiepte te maken. Om te zorgen dat de baggercyclus langer kan zijn. Een overdiepte van 0,20 m ten opzichte van de legger kan daarom als gewoon onderhoud worden beschouwd. Dit hoeft niet op de legger te worden aangepast.